Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [18]Indien gij de onderdrukking des armen, en de beroving des gerichts en der gerechtigheid ziet in een landschap, [19]verwonder u niet over zulk een [20]voornemen; want die [21]hoger is dan de hoge, [22]neemt er acht op; en daar zijn [23]hogen [24]boven henlieden. 18. Hij wil zeggen: Is er iemand, die meent dat het tevergeefs is God te vrezen en oprecht te dienen, overmits de goddelozen doen schier wat zij willen, zonder daarover gestraft te worden. Daarop is dit te antwoorden, dat er een God in de hemel is, die op de ongerechtigheden wel nauw let om die te straffen aan de goddelozen hoe hoog zij ook hier in deze wereld verheven zijn. 19. Te weten, niet al te zeer, alzo dat gij de moed zou laten vallen, of aan de voorzienige regering Gods zou twijfelen, alsof Hij alles in de wereld liet lopen, zo het loopt, zonder zijne besturing en regering. 20. Anders: bedrijf, opzet, ding, handel. Dat is, over zodanige manier van doen. Men kan het dulden op de boze wil en bedrijf der goddeloze mensen, of op Gods wijze en rechtvaardige regering. 21. Dat is, God, die de Allerhoogste is veel hoger en machtiger dan de allerhoogsten en machtigsten dezer wereld; al zijn zij keizers, koningen, prinsen, of vorsten, of wat zij wezen mogen. Anders: want de hoogste neemt er acht op van de hoogte. 22. Te weten op de verdrukkers der armen, enz. en Hij neemt er alzo acht opdat Hij hen te zijner tijd straffen zal. 23. Te weten de heilige engelen, die onder niemand dan alleen onder Gods gebied staan; die nemen ook acht op het doen der goddeloze rechters. 24. Te weten boven die, die het recht en de gerechtigheid schenden en de armen onderdrukken. Zie Dan.10:20, en Dan.11:1.